Goede lees- en schrijfvaardigheden zijn essentieel om deel te kunnen nemen aan onze geletterde maatschappij. In de periode van de beginnende geletterdheid (groep 1, 2 en 3) is er veel aandacht voor technisch lezen en spellen, twee kanten van dezelfde medaille. Zodra leerlingen deze technische basis onder de knie hebben, verschuift de aandacht steeds meer naar de periode van gevorderde geletterdheid. Kern van deze periode is dat leerlingen leren om vloeiende lezers te worden, om tijdens het lezen een mentaal beeld van de inhoud van de tekst te vormen (begrijpend lezen) en om strategisch een tekst te kunnen schrijven.
Integraal, interactief en met instructie
Goed lees- en schrijfonderwijs wordt gekenmerkt door een integrale en doelgerichte aanpak, vindt plaats in een betekenisvolle context, in interactie met de leerkracht en klasgenoten en volgens de principes van directe instructie. Door het lees- en schrijfonderwijs aan elkaar te koppelen en integraal aan te bieden ontstaan betekenisvolle leermomenten voor leerlingen die aansluiten bij hun interesses en leefwereld. Doelgerichtheid wordt gekenmerkt door het werken vanuit een duidelijke visie met oog voor de doorgaande leerlijnen voor lezen en schrijven. Daarnaast dienen ook de lees- en schrijftaken een inhoudelijk doel te hebben, waardoor het lezen en schrijven voor leerlingen betekenisvol wordt. Interactie met de leerkracht en klasgenoten zorgt er op een natuurlijke manier voor dat vaardigheden zich kunnen ontwikkelen. Door gezamenlijk een tekst te lezen, de inhoud van een tekst te bespreken en schrijfopdrachten aan te gaan ontstaat een gezamenlijk leerproces waarbij leerlingen van en met elkaar kunnen leren. Het gebruik van contexten die voor de leerlingen herkenbaar en belangrijk zijn maakt het interactief onderwijs ook betekenisvol. Instructie, ten slotte, zorgt ervoor dat met name de strategische vaardigheden (bijv. technisch leren lezen en spellen, maar ook gebruiken van specifieke lees- en schrijfstrategieën) zich kunnen ontwikkelen. Hierbij staat het modellen of hardopdenkend voordoen centraal. Leerkrachten geven zo een inzicht in het eigen denkproces wat leerlingen helpt om onzichtbare processen die plaatsvinden in het hoofd zichtbaar te maken. Na instructie oefenen leerlingen eerst onder begeleiding en daarna zelfstandig, waarna gecontroleerd wordt of iedereen de stof heeft begrepen.
Wat biedt het EN?
Het Expertisecentrum Nederlands heeft veel expertise op het gebied van lezen en schrijven. In (inter)nationale vergelijkingsstudies monitoren we het begrijpend leesniveau van Nederlandse leerlingen in het basisonderwijs (PIRLS en Peil.Leesvaardigheid) en voortgezet onderwijs (PISA, Peil.Leesvaardigheid, Peil.Schrijfvaardigheid). Op verzoek van bijvoorbeeld gemeenten of schoolbesturen helpen we regelmatig scholen om hun leesonderwijs en de leesprestaties van hun leerlingen te evalueren en verbeteren. Daarnaast gebruiken veel scholen onze publicaties om het lees- en schrijfonderwijs op school te verbeteren.
Heeft u een vraag over Lezen en schrijven en bent u benieuwd wat we voor u kunnen betekenen? Neem dan contact met ons op via info@expertisecentrumnederlands.nl.
Projecten
Werkplaats Onderwijskansen Arnhem Nijmegen
Dertien basisscholen in de regio Arnhem – Nijmegen hebben met een praktijkgerichte onderzoeksaanpak – 3½ jaar lang – gewerkt aan het creëren van gelijke onderwijskansen, samen met onderzoekers van de Radboud Universiteit, de Hogeschool Arnhem Nijmegen (HAN), het Expertisecentrum Nederlands en Stichting PAS. De...
PIRLS
In het schooljaar 2025-2026 wordt de leesvaardigheid van leerlingen van groep 6 in kaart gebracht met het PIRLS onderzoek. Naast afname van een digitale leestoets, worden ook vragenlijsten afgenomen bij leerlingen, ouders, leerkrachten en schoolleiders. Hiermee wordt inzicht verkregen in leesgedrag en het leesonderwijs op Nederlandse scholen...
PISA
PISA onderzoekt elke 3 jaar de vaardigheden en kennis in lezen, wiskunde en natuurwetenschappen van 15-jarigen. Daarbij ligt de focus niet op wat leerlingen precies leren op school, maar op hoe zij hun kennis en vaardigheden in het dagelijks leven toepassen. Meer dan 90 landen en 600.000 leerlingen doen mee.
Leesbevordering in het (v)mbo
Veel jongeren lezen niet graag, terwijl het maken van leeskilometers en het hebben van plezier in lezen belangrijk is voor de leesontwikkeling. Met name leerlingen in (v)mbo kampen met deze problemen. In dit project is onderzocht hoe het op maat aanbieden van leesbevorderingsactiviteiten kan bijdragen aan het vergroten van de motivatie en het verbeteren...